Fluitspeler
m. (-s).
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
iemand die fluit speelt. iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij fluit speelt, vooral in een orkest of band; bespeler van de fluit; fluitist. Voorbeelden: Galileo Galilei heeft een prachtige melodielijn die onmiddellijk wordt overgenomen door de fluitspeler, waarna een reeks dialoogjes tussen diverse instrumenten ontstaat. ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
fluitspeler - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek) (beroep) iemand die op de fluit speelt ♢ Een bekende Satyr of Silene is Marsyas, een begaafd fluitspeler en onderwijzer van muziek. Woordherkomst samenstelling van fluit en speler Synoniemen fluitist
Muiswerk Educatief (2017)
fluitspeler - zelfstandig naamwoord uitspraak: fluit-spe-ler 1. iemand die de fluit bespeelt ♢ in dit muziekstuk is een hoofdrol weggelegd voor de fluitspeler Zelfstandig naamwoord: fluit-spe-ler de fluitspeler...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: