Wat is de betekenis van fluitist?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fluitist

m. (-en), fluitspeler.

2025-07-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

fluitist

Het begrip fluitist heeft 2 verschillende betekenissen: 1) fluitspeler. iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij fluit speelt; fluitspeler. 2) scheidsrechter. iemand die voor zijn beroep of uit liefhebberij bij de uitoefening van een tak van sport toeziet op de naleving van de regels; iemand die een sportwedstrijd fluit; schei...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fluitist

fluitist - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek), (beroep) musicus die een fluit bespeelt De fluitist speelt op een fluit met open kleppen. Woordherkomst Afgeleid van fluit met het achtervoegsel -ist. Verwante begrippen fagottist, hoboïst, trombonist

2025-07-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

fluitist

fluitist - Zij die fluit spelen.

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fluitist

m. -en (fluitspeler [van beroep]).

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fluitist

m. (-en), 1. fluitspeler; 2. (scherts.) scheidsrechter.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Fluitist

FLUITIST, m. (-en), fluitspeler.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)