Wat is de betekenis van Fluitenmaker?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fluitenmaker

m. (-s).

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Fluitenmaker

FLUITENMAKER, m. (-s).

Gerelateerde zoekopdrachten