Wat is de betekenis van Fluitekruid?

Van Dale Uitgevers (1950)

Fluitekruid

o., toeters (Anthriscus silvestris).

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

→ Kervel.

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

(Fr.: piiphrûd). Zeer algemeen in bermen. Fijne kervel groeit langs de IJselmeerkust en op de eilanden.

Lees verder

Fa. A.J. Osinga (1952)

s.n., piipkrûd (it).

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Fluitekruid - → Toeters.

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Fluitekruid - volksnaam voor het bekende, onkruid Anthriscus silvestris.

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

o., plantesoort uit de familie Umbelliferae, nl. Anthriscus sylvestris.

Gerelateerde zoekopdrachten