Fluit (fluitje):
1. da’s een -je van een cent,dat is een gemakkelijk karwei; een makkie. Hiermee vergelijkbaar is de Zuid-Nederlandse zegswijze dat gaat gelijk een fluitje (van een cent)‘dat loopt gesmeerd, gaat van een leien dakje’. Je zult zien, Winkler, dat we met een net vol thuiskomen. Een fluitje van een cent. (Boudewijn Büch: Het dolhuis, 1987) München-Aals...