Wat is de betekenis van Fluctŭo?

2025-07-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Fluctŭo

1. golven, sterk golven. | overdr., fluctuat tellus aere renidenti, beweegt zich als 't ware trillend, d. i. schittert, glinstert van enz., Verg.; koken, bruisen = in hartstochtelijke beweging zijn. 2. op de golven, in zee ronddrijven. | overdr., wankelen, besluiteloos zijn.

Gerelateerde zoekopdrachten