Wat is de betekenis van Fluctueeren?

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

fluctueeren

fluctueeren, - schommelen, weifelen.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Fluctueeren

FLUCTUEEREN, (fluctueerde, heeft gefluctueerd), dobberen; rijzen en dalen (inz. der beursprijzen): de beurs heeft sterk gefluctueerd; de markt fluctueerde hier door dezelfde oorzaken als te New-York; — aarzelen, weifelen; veranderlijk zijn.

2025-07-28
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

fluctueeren

fluctueeren - ow. gel., dobberen; rijzen en dalen (inz. der beursprijzen); de beurs heeft sterk gefluctueerd

Gerelateerde zoekopdrachten