flapdrollen
(1992) (inf.) zich gedragen als een flapdrol*. • Spelers maken spelers. Als er één flapdrolt, loopt de hele tent te flapdrollen. (Sport International, mei 1992)
Marc De Coster (2020-2025)
(1992) (inf.) zich gedragen als een flapdrol*. • Spelers maken spelers. Als er één flapdrolt, loopt de hele tent te flapdrollen. (Sport International, mei 1992)
Wiktionary (2019)
flapdrollen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord flapdrol
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: