Wat is de betekenis van Flämisch?

2025-07-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Flämisch

Vlaams; grof, plomp; nors, verdrietig; ein flämischer Kerl, een grove, stoere kerel.

Gerelateerde zoekopdrachten