Wat is de betekenis van fixen?

2025-07-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

fixen

(werkwoord) [alg.] regelen; herstellen, repareren; voor elkaar krijgen, klaarspelen, rechtzetten - Ach, dat regel ik wel even. - Kun je dat geratel van mijn ketting even repareren? - Piet kan alles, Piet krijgt het wel voor elkaar. [fin.] opmaken, vaststellen; vastzetten - Weet je nog die bankmedewerkers die de Liborkoers vastelden, dat deden...

2025-07-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

fixen

1) (1960+) (drugs) indienen van een injectie. Zie ook: fix*. • Re*ease had het vooral druk met neppers en met degenen, die fixen voor de flush. (Nieuwsblad van het Noorden, 10/09/1971) • De ene „junk" (verslaafde) gebruikt meer per shot dan de fttder, maar gemiddeld kan een „junkie" zich drie- tot zesmaal &...

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

fixen

fixen - Werkwoord Synoniemen [1] presteren, flikken, regelen [2] herstellen [3] sjoemelen

2025-07-29
Jargon & Slang van Junkies en dealers

Marc De Coster (2017)

Fixen

Fixen - een injectie toedienen.

2025-07-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Fixen

[Eng. to fix] (slang) drugs rechtstreeks in de ader spuiten.

2025-07-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Fixen

ongedekt verkopen, speculeren (in termijnzaken).

2025-07-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Fixen

Fixen - (Hd.), à découvert op termijn verkoopen (bij speculatie à la baisse).

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)