fitte
fitte - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van fit fitte - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van fitten ♢Ik fitte ♢Jij fitte ♢Hij, zij, het fitte
Wiktionary (2019)
fitte - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van fit fitte - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van fitten ♢Ik fitte ♢Jij fitte ♢Hij, zij, het fitte
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: