fissidens
físsidens, - van Lat. fissus, gespleten; dens, tand: met gespleten tanden.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Een loofmossengeslacht met twee rijen buikige, op den rug gevleugelde blaadjes en tot op het midden gespleten tanden op het kapsel. De meeste soorten komen in de tropen voor. In de gematigde streken zijn plaatselijk zeer algemeen de taxusbladjge F. taxifolius en F. osmundoides. Bouman
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: