fissendocarpus
fissendocárpus (-a, -um), - van Lat. fissus, gespleten; Nieuwlat. endocarpĭum (van Gr. endon, binnen in, inwendig; karpos, vrucht), binnenvruchtwand: met splijtenden (zich door spleten in schijfjes verdeelenden) binnenvruchtwand.
Dr. C. A. Backer (1936)
fissendocárpus (-a, -um), - van Lat. fissus, gespleten; Nieuwlat. endocarpĭum (van Gr. endon, binnen in, inwendig; karpos, vrucht), binnenvruchtwand: met splijtenden (zich door spleten in schijfjes verdeelenden) binnenvruchtwand.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: