Fijnheid
v. (...heden), het fijn-zijn; wat fijn is (in alle bet.).
Getty Research Institute (1990)
fijnheid - De toestand of eigenschap erg dun of fijn te zijn, zoals bijvoorbeeld wordt gezegd van vezels of metaaldraad.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
v. (het fijn-zijn; datgene, wat fijn is): de fijnheid der lucht, de fijnheid v. h. gehoor; meerv. fijnheden: de fijnheden onzer taal, finesses.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Fijnheid - noemt men de korrelgrootte van losse materialen, als cement, zand, enz.; onder de eischen, welke aan die materialen gesteld worden, is ook een zekere graad van f., gewoonlijk aangegeven door het aantal mazen per cm2 van één of meer zeven, welke een zeker gedeelte van dit materiaal niet doorlaten. Zoo is (in de Gew. Beton Vo...
Jozef Verschueren (1930)
('fijn) v. (...heden) 1. Eig. het fijn zijn. 2. Metn. wat fijn is : de ...heden van een taal.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: