Wat is de betekenis van Fijnheid?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fijnheid

v. (...heden), het fijn-zijn; wat fijn is (in alle bet.).

2025-07-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

fijnheid

fijnheid - De toestand of eigenschap erg dun of fijn te zijn, zoals bijvoorbeeld wordt gezegd van vezels of metaaldraad.

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Fijnheid

s., finens.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fijnheid

v. (het fijn-zijn; datgene, wat fijn is): de fijnheid der lucht, de fijnheid v. h. gehoor; meerv. fijnheden: de fijnheden onzer taal, finesses.

2025-07-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Fijnheid

Fijnheid - noemt men de korrelgrootte van losse materialen, als cement, zand, enz.; onder de eischen, welke aan die materialen gesteld worden, is ook een zekere graad van f., gewoonlijk aangegeven door het aantal mazen per cm2 van één of meer zeven, welke een zeker gedeelte van dit materiaal niet doorlaten. Zoo is (in de Gew. Beton Vo...

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

fijnheid

('fijn) v. (...heden) 1. Eig. het fijn zijn. 2. Metn. wat fijn is : de ...heden van een taal.

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Fijnheid

FIJNHEID, v (...heden), het fijn zijn; wat fijn is (in alle bet.).

2025-07-26
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Fijnheid

zie Metaal, Munt.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten