Wat is de betekenis van fietstocht?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fietstocht

m. (-en).

2025-07-25
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

fietstocht

(de; -en) - het fietsen van de ene plaats naar de andere, syn. fietsrit.

2025-07-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)