fietste
fietste - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van fietsen ♢Ik fietste ♢Jij fietste ♢Hij, zij, het fietste
Wiktionary (2019)
fietste - Werkwoord 1. enkelvoud verleden tijd van fietsen ♢Ik fietste ♢Jij fietste ♢Hij, zij, het fietste
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: