Femel
I. v. (-s), manlijke hennep, vroeger ten onrechte als vrouwlijk beschouwd. II. m. en v., femelaar(ster).
Van Dale Uitgevers (1950)
I. v. (-s), manlijke hennep, vroeger ten onrechte als vrouwlijk beschouwd. II. m. en v., femelaar(ster).
Wiktionary (2019)
femel - Zelfstandignaamwoord 1. kwezel 2. mannelijke hennep ♢ in de koffieshop verkopen ze wel wiet maar geen femel femel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van femelen ♢ Ik femel 2. gebiedende wijs van femelen ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Jozef Verschueren (1930)
I. ('fe:mәl) v. (-s) [Lat. femella, vrouwelijke hennep] mannelijke hennep, vroeger verkeerd als vrouwelijke hennep beschouwd. II. m. en v. femelaar(ster).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: