Wat is de betekenis van feestneuzen?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

feestneuzen

(1964) (sch.) (Amsterdam) bijnaam van de hulppolitie. • De reprimande, kreeg hij nadat, hij zich weer eens denigrerend zou hebben uitgelaten over de vrijwillige hulppolitie ('die feestneuzen'). Tegen de verklaringen van hoofdinspecteur H. G. Oele en commissaris Landman, in, ontkende de brigadier ter zitting dergelijke woorden te hebben gebezig...

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

feestneuzen

feestneuzen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord feestneus

Gerelateerde zoekopdrachten