Wat is de betekenis van Feed?

2025-07-22
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

feed

(zelfstandig naamwoord) [media] toevoer, aanvoer - Met de aanvoer van 'nieuwsberichten' houdt de NOS elke ambtenaar van zijn werk.

2025-07-22
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

feed

(2008) (< Eng.) (internet) (kritische) reactie: 'iemand feed geven'. • (Prisma miniwoordenboek 'Drop your lyrics'. 2008) • Post zelf nooit iets, maar spendeert uren aan andermans profielen en feeds. (Hanna Bervoets: Opstaan, aankleden, niet doodgaan. 2013) • Zij was iemand die op de hoogte was van wanneer de Zara een nieuwe coll...

2025-07-22
Jargon & Slang van Televisiemakers

Marc de Coster (2017)

Feed

Feed - (Eng.) het vanuit het hoofdkwartier van een netwerk doorgeven van televisie- of radiosignalen naar afzonderlijke zendstations, die het signaal dan de lucht in sturen.

2025-07-22
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

feed

feed - zelfstandig naamwoord uitspraak: fiet 1. online bestand met een verkorte, beschrijvende versie van een bepaalde site ♢ ik heb de feeds van verschillende aanbieders vergeleken Zelfstandig naamwoord: fiet de feed

2025-07-22
Woordenboek van het Kadaster

Kadaster (2017)

Feed

(Synoniem voor: Atomfeed) Atomfeed is een vorm van een downloaddienst.

2025-07-22
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

feed

I. voeden, spijz(ig)en, te eten (voedsel) geven; voe(de)ren, (laten) weiden; onderhouden [’t vuur]; aanvoeren; feed down, afgrazen; feed up, flink voeden; (vet)mesten; be fed up with, zijn bekomst hebben van, beu zijn van; II. zich voeden; eten; weiden; feed on, leven van, zich voeden met; III. voe(de)r, maal(tijd), eten; portie; voeding, aa...