fatoeman
(2006) (straattaal) grappenmaker; pretentieus persoon. Fatoe is straattaal voor een grap. Het Woordenboek Surinaams-Nederlands (2009) van dr. Renata de Bies vermeldt 'fatu' als jeugdtaal. 'Een fatu zijn': een grapjas zijn. 'Een fatu nemen': zich ontspannen, zich vermaken. • yo Fatoeman, let een beetje op je woorden, je zit hier niet in de kroe...