Wat is de betekenis van fastueus?

2025-07-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Fastueus

weelderig

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Fastueus

pralend; hoogdravend

2025-07-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

fastueus

pralend, pronkend; prachtlievend; weelderig; weids.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fastueus

[Fr.], bn. en bw., pralend, weids, weelderig.

Gerelateerde zoekopdrachten