Wat is de betekenis van Familiariteit?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Familiariteit

v. (-on), 1. vertrouwelijkheid en gemeenzaamheid; ongedwongen omgang; 2. uiting van grote of te grote vertrouwelijkheid: zich familiariteiten veroorloven.

2025-07-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Familiariteit

[Fr. familiarité, van Lat. familiaritas] 1. gemeenzame omgang, vertrouwelijkheid, ongedwongen gemeenzaamheid; 2. uiting van gemeenzaamheid of van te grote vertrouwelijkheid.

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Familiariteit

gemeenzaamheid; vrijpostigheid; ongedwongen omgang

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

familiariteit

intieme verhouding.

2025-07-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Familiariteit

gemeenzaamheid; vertrouwelijke omgang

2025-07-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

familiariteit

v. vertrouwelijkheid, gemeenzame omgang.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

familiariteit

v. familiariteiten (Fr. [Lat. familiaritas]: gemeenzame omgang, vertrouwelijkheid; ongunstig: te grote vertrouwelijkheid; vrijpostigheid): een grote familiariteit; geen familiariteiten!

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

familiariteit

('teit) v. (-en) 1. het familiaar zijn. 2. familiare daad.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

familiariteit

v. (-en), 1. vertrouwelijkheid en gemeenzaamheid; ongedwongen omgang; 2. uiting van grote of te grote vertrouwelijkheid: zich familiariteiten veroorloven.