Falsaris
(<Lat.), m. (-sen), hij die valsheid in geschrifte pleegt; oplichter.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
schriftvervalser. iemand die zich schuldig maakt aan valsheid in geschrifte; schriftvervalser. Voorbeelden: De teksten waren niet authentiek, zo stond op de culturele pagina van een krant: 'Onhandige falsaris aan het werk.' Mijn geschrift stemde grafologisch niet overeen met dat van Maurice. Lena Vandam van het archief had...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc De Coster (2020-2025)
1) (ca. 1330-1345) oplichter; bedrieger, onbetrouwbaar persoon. Ontleend aan het Latijn (falsarius): iemand die zich aan valsheid in geschrifte (of andere vervalsingen of vormen van bedrog) schuldig maakt. • Dat gaat waarachtig te ver. Me uit te schelden voor falsaris! ... W. Mijnheer Tromp! matig u. (H.J. Schimmel: Dramatische Poëzy.185...
Marc de Coster (2007)
oplichter (bijvoorbeeld bij het kaartspel); bedrieger. Ontleend aan het Latijn (falsarius): iemand die zich aan valsheid in geschrifte (of andere vervalsingen of vormen van bedrog) schuldig maakt. Sedert ca. 1330-1345.Dat gaat waarachtig te ver. Me uit te schelden voor falsaris! W. Mijnheer Tromp! matig u. (H.J. Schimmel, Dramatische Poëzy.185...
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. falsarius, van fallere, falsum = misleiden, bedriegen] wie vervalsing pleegt, spec. schriftvervalsing; ook: oplichter.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: