fallo
fout; senza fallo, stellig; cadere in fallo, zich vergissen; dare in fallo, mis slaan; mettere il piede in fallo, misstappen; cogliere in fallo, op heterdaad betrappen.
A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)
fout; senza fallo, stellig; cadere in fallo, zich vergissen; dare in fallo, mis slaan; mettere il piede in fallo, misstappen; cogliere in fallo, op heterdaad betrappen.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
fĕfelli, falsum (3) 1. doen uitglijden, een misstap laten doen. 2. overdr., onbemerkbaar -, onkenbaar maken, signa sequendi, Verg., medias sermonibus horos, korten, Ov. | krachteloos maken, niet laten voelen, verdrijven, omen, Ov., laborem, Ov. | niet volbrengen, - teruggeven, - vervullen, breken, depositum, Ov., mandata mariti, Ov., promissum, Cur...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: