Wat is de betekenis van faction?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Faction

(Fr.), v., het schilderen, op schildwacht staan ; — (gew.) hij staat op faction, op de loer.

2025-07-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

faction

(zelfstandig naamwoord) [alg.] feitenfictie - Een roman over kasteel Drakensteyn, gebaseerd op dagboeken van de kokkin, levert koninklijke feitenfictie op.

2025-07-25
Literatuur, Geschiedenis en Theorie

J.A. Dautzenberg (2009)

faction

Combinatie van fact en fiction: boeken die de bouw en vertelwijze van fictie hebben maar naar de inhoud een zuivere reportage zijn. Een beroemd voorbeeld uit de Amerikaanse literatuur is In cold blood (1966) van Truman Capote: een in fictionele vorm gegoten reconstructie van de moord op een gezin. De belangrijkste Nederlandstalige voorbeelden zijn...

2025-07-25
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Faction

Faction - (Eng.; woordspeling met facts en fiction), fictie, gebaseerd op ware gebeurtenissen; docudrama. De grens tussen werkelijkheid en verzinsel is vaak moeilijk te trekken. Kan zowel een literair genre zijn als een filmtechniek. Tegenwoordig duikt ook de vertaling factie op. Literaire vermenging van fictie en feit, in het Amerikaans ‘faction’...

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Faction

[Eng., samentrekking van fact = feit, en fiction = verzonnen literatuur] mengvorm van fictie en documentaire in schrift of op beeld; docudrama.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Faction

mengvorm van fictie en werkelijkheid

2025-07-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Faction

wacht; partij, kliek; entrer en faction, de wacht betrekken; être en faction, op wacht staan; sortir de faction, afgelost worden.

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

faction

factie, partij(schap).

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Faction

FACTION, v. het schilderen, het op schildwacht staan — (gew.) hij staat op faction, hij staat op de loer (eig. hij staat op schildwacht).