Wat is de betekenis van Fabrieksvolk?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fabrieksvolk

o., arbeiders der fabrieken.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fabrieksvolk

o. (fabrieksarbeiders en -arbeidsters).

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Fabrieksvolk

FABRIEKSVOLK, o. arbeiders der fabrieken: ...VROUW, v. (-en); ...WERK, o. fabrieksgoed; ...WERKER, m. (-s); ...WERKSTER, v. (-s); ...WET, v. (-ten); ...WETGEVING, v. (-en), arbeidswetgeving: ...WEZEN, o.; ...WONING, v. (-en), woning voor een fabrieksarbeider en aan de fabriek behoorende; ...ZIEKTE, v. (-n), ziekte die de arbeiders tengevol...

Gerelateerde zoekopdrachten