Fabrieksgoed
o. (-eren), goed dat (waren die) machinaal vervaardigd is (zijn); minacht, slecht goed, op een koopje gemaakt.
Van Dale Uitgevers (1950)
o. (-eren), goed dat (waren die) machinaal vervaardigd is (zijn); minacht, slecht goed, op een koopje gemaakt.
M. J. Koenen's (1937)
o. fabrieksgoederen (waren, uit een fabriek afkomstig, meestal minacht.: minder deugdelijke waar).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
o. (-eren) 1. Algm. goed in de fabriek vervaardigd. Tgst. handwerk. 2. Inz. machinaal vervaardigd, minder deugdelijk goed.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
o. (-eren), goed dat (waren die) machinaal vervaardigd is (zijn); (ongunst.) slecht goed, op een koopje gemaakt.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: