Extirperen, exstirperen
[Lat. exstirpare = met wortel en tak uitroeien, van stirps = worteleind, stam] 1 uitroeien, geheel verdelgen; ook fig. bijv.: een misbruik; 2 (med.) uitsnijden van ziekelijke uitwas, eventueel geheel orgaan, door chirurgische ingreep (bijv.: kankergezwel, gehele baarmoeder).