Exĭmo
ēmi, emptum (3); I. eig., uit-, weg-, afnemen. II. overdr. a. uit-, wegnemen, -laten; alqd alqa re = bevrijden van, urbem obsidione, Liv., rem miraculo, het wonderbare aan de zaak ontnemen, Liv.; alqd alci = ontnemen, benemen, Liv., en alleen alqd = wegnemen, uit de weg ruimen, opheffen, voorbijgaan, vergeten, L...