Wat is de betekenis van Espiègle?

2025-07-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Espiègle

I. olijk, guitig, schelmachtig, schalks, ondeugend; II. snaak, guit, schalk, ondeugd.

Gerelateerde zoekopdrachten