ertegenop
bw., 1. omhoog tegen het genoemde of bedoelde: hij klom —; 2. (oneig.) — zien, het als iets moeilijks, onaangenaams of ontzagwekkends beschouwen; 3. in tegengestelde richting: de stroom was sterk, zodat zij moeite hadden — te roeien; vandaar oneig. — kunnen, het de baas blijven, zich erdoor slaan.