ergens niet krimp van zijn
(1938) (Leiden) er niet tegenop zien. 'Geen krimp hebben': zich geen zorgen maken. • krimp, in de uitdrukking ergens niet krimp van zijn, er niet tegenop zien (voor 1938). (Dick Wortel: Taal in stad en land. Leids. 2002) • (Hans Heestermans: Leids Woordenboek. 2007)