Wat is de betekenis van Episcopaat?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Episcopaat

(<Lat.) o. 1. bisschoppelijke waardigheid. 2. de bisschoppen samen. 3. bisdom.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

episcopaat

episcopaat - Zelfstandignaamwoord 1. bisschoppelijke waardigheid 2. de bisschoppen samen 3. bisdom Woordherkomst afgeleid van kerklatijnse episcopatus afgeleid van episcopus met het achtervoegsel -aat Verwante begrippen aartsbisdom, prinsbisdom

2025-07-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Episcopaat

[christelijk Lat. episcopatus] 1 de bisschoppelijke waardigheid; 2 de gezamenlijke bisschoppen; 3 bisdom, diocees.

2025-07-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Episcopaat

(episkopaat) bisdom; bisschoppelijke waardigheid; de bisschoppen samen

2025-07-29
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Episcopaat

1. het bisschopsambt; 2. de gezamenlijke bisschoppen van een bepaald land of van de hele Kerk.

2025-07-29
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Episcopaat

het ambt van → bisschop (epis’copus), b.v. onder het episcopaat van Monseigneur X. Ook wordt het woord gebruikt voor de gezamenlijke bisschoppen van de geheele Kerk of van een bepaald land.

2025-07-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Episcopaat

bisdom; bisschoppelijke waardigheid; al de bisschoppen samen.

2025-07-29
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

EPISCOPAAT

duidt meestal een groep bisschoppen aan die één geheel vormen, bijv. de gezamenlijke bisschoppen van een land.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

episcopaat

o. bisdom; waardigheid van een bisschop; de gezamenlijke bisschoppen van een land.