Episcopaal
(<Lat.), bn., wat tot een bisschop of diens ambt behoort, bisschoppelijk; — de Episcopale Kerk, de Anglicaanse.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Lat.), bn., wat tot een bisschop of diens ambt behoort, bisschoppelijk; — de Episcopale Kerk, de Anglicaanse.
Wiktionary (2019)
episcopaal - Bijvoeglijk naamwoord 1. bisschoppelijk Woordherkomst afgeleid van 'episcopus' bisschop (met het voorvoegsel epi- ?) met het achtervoegsel -aal
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[VLat. episcopalis] (bri) bisschoppelijk; (in Engeland) anglicaans; de Episcopale Kerk, de anglicaanse Kerk; (zn) aanhanger van de episcopale kerkorde van de anglicaanse Kerk, waarin het bestuur berust bij bisschoppen, ieder zelfstandig in eigen bisdom; de aartsbisschop is slechts 'eerste onder gelijken'...
Getty Research Institute (1990)
episcopaal - Te gebruiken voor de episcopale kerk in de Verenigde Staten; gebruik 'anglicaans' wanneer het de anglicaanse kerk betreft.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: