Wat is de betekenis van envelop?

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

envelop

1) (1970+) (sch.) vrouwelijk geslachtsdeel, vagina. • (Geïllustreerde Encyclopedie van de Sexualiteit. Ned. vertaling van The Visual Dictionary of Sex. H.J.W. Becht-Amsterdam. 1977-1980. Woordenlijst p. 126) • Ondanks alle aandacht voor anti-conceptie en abortus, blijken meisjes veel minder behoefte te hebben aan een eigen taal. &bd...

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

envelop

envelop - Zelfstandignaamwoord 1. een papieren omslag voor brieven Stuur deze bon in een ongefrankeerde envelop naar het volgende adres. Synoniemen enveloppe

2025-07-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

envelop

envelop - zelfstandig naamwoord uitspraak: en-ve-lop 1. papieren hoesje ♢ ik deed de brief in een envelop en plakte er een postzegel op Zelfstandig naamwoord: en-ve-lop de envelop de env...

2025-07-24
Papiaments woordenboek

Papiaments woordenboek

envelop

enveloppe

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Envelop

(enveloppe) briefomslag; verdedigingslijn (mil.)

2025-07-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

envelop

koevert.

2025-07-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

envelop

(om)hullen, (in-, om)wikkelen; omsluiten.

2025-07-24
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

envelop

envelop zn. 'briefomslag' categorie: leenwoord Nnl. enveloppe 'id.' [1805; Meijer], enveloppes (mv.) 'id.' [1817; WNT theeboei]. Al eerder het werkwoord envelopperen 'inwikkelen, inwinden' [1650; Hofman]. Ontleend aan Frans enveloppe, o.a. 'briefomslag' [1632; Rey], eerder algemener 'omhulsel' [12...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)