Entraîner
I. mee-, wegslepen; boeien, verleiden, in vervoering brengen; meetronen; voor zich innemen, winnen; na zich slepen, ten gevolge hebben, meebrengen; africhten, oefenen, trainen: II. s’entraîner, zich trainen.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
I. mee-, wegslepen; boeien, verleiden, in vervoering brengen; meetronen; voor zich innemen, winnen; na zich slepen, ten gevolge hebben, meebrengen; africhten, oefenen, trainen: II. s’entraîner, zich trainen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: