Wat is de betekenis van enlarge?

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

enlarge

I. vergroten, uitbreiden, verwijden, vermeerderen, uitzetten, verruimen; in vrijheid stellen; II. zich vergroten, zich verwijden, zich uitbreiden; enlarge upon, uitweiden over.