Wat is de betekenis van Enlacer?

2025-07-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Enlacer

I. ineen-, omvlechten, ineen-, omstrengelen; vangen, verstrengelen, niet de minste vrijheid laten; omvatten, omarmen; II. s’enlacer, zich ineenstrengelen; elk. omarmen.

Gerelateerde zoekopdrachten