Wat is de betekenis van Engheid?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Engheid

v., hoedanigheid van eng te zijn.

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Engheid

v., hoedanigheid van eng te zijn.

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Engheid

ENGHEID, v. hoedanigheid van hetgeen eng is.

2025-07-24
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Engheid

Engheid, v. gmv. hoedanigheid van hetgeen eng is. *...TE, v. (-n), naauwe doorgang (ter zee of het land); enge weg, pas; (fig.) verlegenheid, klem; in de - gebragt zijn; zee-, land-, berg-.

Gerelateerde zoekopdrachten