Wat is de betekenis van Empêcher?

2025-07-21
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Empêcher

I. beletten, verhinderen, belemmeren, verletten, voorkómen, keren.af-, terug-, weerhouden; cela n'empêche gue..., dat neemt niet weg dat...; II. s’empêcher de, zich onthouden van, nalaten te.