Wat is de betekenis van Emaneeren?

2025-07-28
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

emaneeren

emaneeren, - uitvloeien, uitstroomen; afkomstig zijn.

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Emaneeren

EMANEEREN, (emaneerde, heeft en is geëmaneerd), uitvloeien, uitgaan, afkomstig zijn; — dit besluit emaneert van hem, hij is de oorzaak, dat dit besluit genomen werd, (ook) dit besluit is van hem afkomstig, hij heeft het zoo geregeld.

2025-07-28
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

emaneeren

emaneeren - ow. gel., uitvloeien, uitgaan, afkomstig zijn; dit besluit emaneert van hem, hij is de oorzaak dat dit besluit genomen werd; (ook) dit besluit is door hem genomen

Gerelateerde zoekopdrachten