Eliphaz
1° Zoon van Esau (Gen. 36. 4); 2° Een van de drie vrienden van Job.
Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)
1) de eerstgeboren zoon van Ezau bij zijne huisvrouw Ada; Gen. 36: 4,10, 11,12,15, 16; I Chron. 1 : 35, 36. 2) een der drie vrienden van Job, die hem kwamen beklagen in zijne ellende; Job 2: 11 ; 4: 1 ; 15: 1; 22: 1 ; 12: 7,9.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: