Elger
m. (-s), aalgeer, vork met platte dicht bijeenstaande tanden om aal te steken.
Meertens Instituut (2020)
Friese naam. Tweestammige Germaanse naam, waarvan het eerste lid óf agil- 'zwaard' is (zie eg-) óf adal- 'adel' (zie adel-); het tweede lid is -ger, 'speer' (zie -ger-). Een andere mogelijkheid is dat het een vorm is van Hilger, uit Hild-ger, 'strijd-speer', vergelijk de plaatsnaam Elkerzee uit Hilgersee. Een Elger, graaf van Hohenstein, stichtte i...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. Johannes van der Schaar (1964)
m Fri. naam. Tweestammige Germ. naam, waarvan het eerste lid óf agil- 'zwaard’ is (zie eg-) óf adal- 'adel' (zie adel-); het tweede lid is -ger, ‘speer’ (zie -ger-). Een andere mogelijkheid is dat het een vorm is van Hilger, uit Hild-ger, ‘strijd-speer’, vgl. de pin. Elkerzee uit Hilgersee....
Jozef Verschueren (1930)
('elgər) m. (-s) [aalgeer] vork met platte, dicht bijeenstaande tanden, om aal te steken, aalsteker, aalelger.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Elger - of aalgeer, een thans niet meer geoorloofd vischtuig, bestaande uit een houten stok, waaraan een zware ijzeren kam of vork bevestigd is, wier tanden met weerhaken voorzien zijn. Werd gebezigd voor de vangst van aal; de kamvormige elger werd met behulp van een lijn door een vaartuig voortgetrokken door den zachten bodem, waarin de aal zich d...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: