Wat is de betekenis van Elfstedenkoorts?

onrust over de komst van een Elftstedentocht. hevig gevoel van onrust en opwinding dat over Nederland komt wanneer een vorstperiode enkele dagen aanhoudt en het ijs goed genoeg dreigt te gaan worden voor het houden van een Elfstedentocht; Elfstedentochtkoorts. Voorbeelden: De nieuwe voorzitter van de vereniging De Friesche Elf Steden...

(1933) (Ned.) spanning en zenuwachtigheid (tijdens een hevige vorstperiode) over het al dan niet doorgaan van de Elfstedentocht. • Wie nooit een elfstedentocht heeft meegereden, weet niet wat schaatsenrijden is, aldus schrijft een „medelooper" in de „Haagsche Post" van Zaterdag. Zij is droom of glorie van iederen werkelijken ijslie...

Elfstedenkoorts - Zelfstandignaamwoord 1. enthousiasme voorafgaand aan of in afwachting van een mogelijke Elfstedentocht Woordherkomst Samenstelling van elf, stad (verwijzing naar de elf steden waarlangs de Elfstedentocht voert) en koorts met het invoegsel -en- Verwante begrippen schaatsgek

...