EIGENKERK
Wie een kerk stichtte bezat deze, ze vererfden dus op volgende kerkheren. De kerkheer stelde de priester aan en ontving de winst. Hij gaf gebouw en land (kerke- en pastorieplaats) ten gebruike aan kerk en priester. De kerkheer kon zijn: a. grootgrondbezitter; in Frl. niet bekend, tenzij Minnertsga (Meynardiskerke), Follega (Ecclesia Folcolfi), Doni...