Wat is de betekenis van eigenhorige?

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

eigenhorige

m. en v. eigenhorigen (gesch. een soort onvrije).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

eigenhorige

(eigən'ho:rəgə) m. en v. (-n) Eert. onvrije die aan iemand persoonlijk toebehoorde.

Gerelateerde zoekopdrachten