Wat is de betekenis van eigengereed?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Eigengereed

bn., (gew.) 1. in huis vervaardigd : eigengereed linnen; 2. (lig.) hetz. als EIGENGEREID, eigendunkelijk, zijn eigen hoofd volgende, niet plooibaar: het is zulk eigengereid volk, dat niemand er mee kan omgaan.

2025-07-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

eigengereed

eigengereed - Bijvoeglijk naamwoord 1. eigengereid Woordherkomst samenstelling van eigen en gereed