Wat is de betekenis van egoïstisch?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Egoïstisch

bn. bw., zelfzuchtig.

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

egoïstisch

egoïstisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. (psychologie) zelfzuchtig, gefocust op eigen voordeel Het bedrijf van die egoïstische man is gisteren failliet gegaan. Woordherkomst Afgeleid van egoïst met het achtervoegsel -isch. Synoniemen egotistisch, zelfzuchtig Verwante begri...

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

egoïstisch

egoïstisch - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: e-go-is-ties 1. wie alleen aan zichzelf denkt ♢ doe niet zo egoïstisch, gun een ander ook wat! Bijvoeglijk naamwoord: e-go-is-ties ... is egoïfstischer dan ... ...

2025-07-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Egoïstisch

bn & bw zelfzuchtig.

2025-07-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Egoïstisch

zelfzuchtig

2025-07-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Egoïstisch

zelfzuchtig, baatzuchtig

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Egoïstisch

adj. & adv., eigenikkich, egoistysk, eigennuttich.

2025-07-27
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

egoïstisch

zelfzuchtig, baatzuchtig.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

egoïstisch

bn., bw. (baat-, zelfzuchtig).