Wat is de betekenis van egelkaore?

2025-07-25
Drentsche spreekwijzen

Dr. J. Bergsma (1906)

egelkaore

(Sleen) egel. Het eerste deel ook ichel, iggel, iegel, iechel; het tweede deel ook kaor, koor (Annen, Eext, Balloo, Rolde, Elp, Borger, Weerdinge, Exloo, Valte, Emmen, Halen, Beilen, Balinge). Het tweede deel zwien (Assen, Eext, Donderen), varken (Dwingeloo, Smilde, Zuidwolde).

Gerelateerde zoekopdrachten