Wat is de betekenis van Effor?

2025-07-26
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Effor

dep. (1), uitspreken. | in ’t bijz., als stelling opzetten; (door een symbolische formule) bepalen, afbakenen, dikwijls in het pass. effatus, (door de augurs) bepaald, afgebakend, Cic., Liv.